De Dekema State heeft in Baard, v/h gemeente Baarderadeel, Littenseradiel, nu Leeuwarden gestaan. Waarschijnlijk werd het huis (een stins?) in de 14e eeuw gebouwd.
Al in 1303 komen we de naam van Juw Hettes Decama tegen, die dan meevecht in het leger van graaf Jan II. Zijn zoon Hette Juws Decama had drie zoons, te weten Sytse, Hette en Juw. Het latere leven van Sytse speelde zich af te Weidum, waar ook een Dekema State stond, maar de twee anderen woonden rond 1400 in Baard. De jonge Hette trouwde met Wick Roorda en Juw had een Rotterda als vrouw. Van de zeven kinderen van Juw is het vooral Hette Juws, die het meest interessant is. Niet omdat hij in 1462 in een gevecht bij het klooster Aalsum (onder Irnsum) sneuvelde, maar meer omdat hij de vader was van de bekende Juw Hettes Dekema, die een belangrijke plaats ingenomen heeft in de Friese politiek’ van die tijd.
Juw was een schrandere en vredelievende man, die er in slaagde buiten de twisten tussen Schieringers en Vetkopers te blijven. In een poging de twisten te beëindigen werd hij in 1494, onder leiding van de keizerlijk ‘bode’ Otto von Langen, om die eigenschappen en zijn onpartijdigheid door de Schieringers verkozen tot Potestaat van Friesland. Samen met 24 rechters vormde hij de Hoge Raad en allen legden de eed van trouw af aan de keizer. Twee weken later vergaderde de Vetkopers en weigerden Juw te erkennen als Potestaat, puur vanwege het feit dat hij door de Schieringers was gekozen. Ondanks zijn schranderheid en onpartijdigheid slaagde Juw er dan ook niet in om de beide partijen bij elkaar te brengen. Om een einde te maken aan dat geharrewar, zag keizer Maximiliaan tenslotte geen andere mogelijkheid meer dan Friesland maar te ‘schenken’ aan de Hertog van Saksen, zijn grootste schuldeiser. Die moest dan nog wel, op eigen kosten, dat zootje ongeregeld daar in die uithoek in het gareel zien te krijgen. De kortzichtigheid van de eeuwenlang door historici als Friese vrijheidsstrijder opgehemelde Jancko Douwama, aanvoerder van de Vetkopers, omtrent deze benoeming van Juw Dekema tot Potestaat, heeft uiteindelijk het doodvonnis betekend voor de Friese vrijheid. Jancko Douwama tekende daarmee ook zijn eigen doodvonnis, want hij is later in de gevangenis van Vilvoorden onthoofd.
Terug naar Baard. De gevechten waren in 1498 met de komst van de Hertog van Saksen nog lang niet afgelopen. In 1514 kwamen de Vetkopers en hun Gelderse ‘vrienden’ onder leiding van Paulus van Gravestein bij Baard en staken de Dekema stins in brand. In 1515 deed de “Zwarte Hoop”, een bende losgeslagen soldaten van de Hertog van Saksen die geen soldij hadden gekregen, dat nog eens dunnetjes over. In 1523 stierf Juw van Dekema in zijn huis te Franeker in de ouderdom van 74 jaar. In 1950 vond kerkvoogd Nicolai op een afvoerput achter de kleuterschool van Baard nog twee kinderzerkjes met de namen van Juw Dekema en Hottinga en het jaartal 1480. Twee van de kinderen van Juw zijn dus jong gestorven.
Na de brand van 1515 is de stins/state blijkbaar herbouwd, want in de “Beschryvinge van de Heerlyckheydt van Frieslandt” (1664) staat vermeld: “Hier light de State Dekema/ alwaer geboortigh ende woonachtich gheweest is/ de laetste Potestaet Juw van Dekama”.
Bron: Stinsen in Friesland